Hans Roelofsen

Hans Roelofsen 
Hans Roelofsen wordt geboren onder de rook van Rotterdam en groeit op in Friesland. Als zoon van een vrijzinnig dominee die in 1956 een sociale werkplaats in Harlingen begint. Het gezin woont in het naburige Kimswerd in de royale pastorie in ruil voor een maandelijkse preek van vader. “En daar ben ik dan natuurlijk voor het leven verpest,” zegt Hans, “want sindsdien vind ik het normaal om in een groot huis te wonen.”  

Muziek vormt al vroeg onderdeel uit van zijn leven. Aanvankelijk in Kimswerd als lid van de plaatselijke fanfare. Later op de HBS in Harlingen begint hij een schoolbandje dat als semiprofessioneel verder gaat. Hans krijgt vervolgens een opleiding aan het conservatorium in Groningen. Maar een zangstudente aan hetzelfde conservatorium waar hij verliefd op werd, besloot naar de Kleinkunstacademie te gaan. “Omdat er van die opleiding maar een in Nederland was en in Amsterdam ook een conservatorium, lag het voor de hand dat ik haar zou volgen”. Geconfronteerd met de woningnood en gebrek aan betaalbare kamers besluit Hans een vrachtschip te kopen. “Ik kocht de Friese tjalk van bijna 25 meter lang met van Pa geleend geld en creëerde, met hulp van mijn broer, een woning met voldoende ruimte; ook voor later met onze twee dochters. Een fantastische tijd. 14 jaar lang wonen en werken en in de vakanties het hele land bevaren over de rivieren, meren en Waddenzee.”   

Zijn opleiding als bassist aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam sluit hij in 1979 cum-laude af. In 1981 ontvangt hij de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste onderscheiding die in ons land aan een musicus wordt gegeven. Hans speelt als aanvoerder van de basgroep in het Utrechts Symfonie- en later in het Nederlands Philharmonisch Orkest en maakt talrijke concertreizen in de V.S. Als gastsolist speelt hij in Europese en Zuid-Amerikaanse steden. Ook geeft hij recitals en masterclasses tijdens internationale festivals. Als docent is hij onder meer verbonden aan het Rotterdams Conservatorium en aan de Messiaen Academie in Arnhem. Een prachtige muzikale carrière op hoog niveau wordt in 2012 nog eens bekroond met de koninklijke onderscheiding als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn grote bijdrage aan het culturele leven in het Gooi. 

Dat laatste betreft zijn werk als artistiek leider van de Tindalstichting. Hiermee organiseert hij samen met zijn vrouw, de sopraan Reina Boelens, kamermuziek en kleine operaproducties op het hoogste niveau. Dit inmiddels tot een unieke traditie verheven evenement vindt plaats in de Tindalvilla in het Spiegel te Bussum.  

Door aankoop van de villa weten Hans en Reina in 1986 sloop ervan te voorkomen. De naam van de villa verwijst naar Louis Adrianus Tindal-Hallungius die in 1901 de villa liet bouwen met een uitzonderlijk grote suite. Kennelijk met het plan kamermuziekavonden te houden rondom zijn dochter die een begaafd pianiste was. De villa, sinds 2001 Rijksmonument, wordt in oude luister volledig hersteld. In dezelfde ruimte en ambiance als waarin ze ontstond, klinkt nu sinds 35 jaren weer kamermuziek voor maximaal honderd belangstellenden. De uitvoerenden behoren tot de top in hun genre. 

De kamermuziekconcerten in de Tindalvilla kunnen concurreren met het aanbod van de grote concertzalen. “Alles draait om de liefde voor de muziek; op ieder concert wordt toegelegd omdat de musici goed worden betaald.” Hopelijk worden de beperkingen binnenkort opgeheven want met een derde van de zaalbezetting is dat zelfs met twee uitvoeringen op een avond nauwelijks haalbaar. Gedreven door puur idealisme hebben Hans en Reina het culturele leven in het Gooi weten te verrijken. 

Hans hoopt dit jaar in een kleurrijk boek zijn ‘avonturen’ over 35 jaar kamermuziek in de Tindalvilla te noteren. Samen met bijdragen van andere ervaren musici op ‘onderhoudende’ manier, ter lering en vermaak. 

Zie voor biografie van Hans Roelofsen onder deze link. 

Hans Roelofsen is lid van RC Naarden-Bussum