29 sept
Weekbericht 29 september
De borrel wordt aangeboden door Gerben Hillebrand omdat hij en Joan grootouders zijn geworden van kleinzoon Olsen. Voor een avond bijeenkomst is de opkomst hoog en het wordt een gezellige interactieve avond. De spreker is Gerben die een college staatsrecht geeft. Gerben begint met een advies om “nooit je vinger op te steken als je een spreker weet “. Als die spreker nl niet kan ……..ben je zelf de klos. Gerben moest in 1 dag “iets “verzinnen waar hij het over ging hebben en kwam op het idee om het over staatsrecht te hebben tijdens zijn dagelijkse ochtend wandeling. Uw weekbericht schrijver van deze week was er minder blij mee. Maar dankzij een fantastische samenvatting van Gerben kunnen de mensen die niet aanwezig waren dit college toch nog volgen.
Gerben wil het hebben over een bepaling in de Grondwet, die het rechters verbiedt om wetten aan de grondwet te toetsen. Wat is de oorsprong van die bepaling.
Als inleiding schetst hij in grote stappen de staatsrechtelijke ontwikkeling van ons land, te beginnen bij de vijftiende eeuw toen de Hertog van Bourgogne de soevereine vorst over een groot deel van Nederland was. Via de Habsburgers vererfde deze soevereiniteit aan de Spaanse koning. Willem van Oranje was de erfopvolger van zijn neef René de Chalon. Van hem erfde Willem het onafhankelijke prinsendom Orange en bezittingen en voorrechten in Nederland. Tot 1795 speelden steeds nazaten van Willem van Oranje als Stadhouder een belangrijke rol, hoewel er ook een stroming was (de Republikeinen) die de heerschappij aan de regenten wilde laten en het niet zo had met die erfelijke stadhouders. Uiteindelijk is eind 18e eeuw Willem V stadhouder. Het Franse leger valt in 1795 de Nederlanden binnen en Willem V vlucht naar Engeland. Na een korte periode als Bataafse Republiek en Koninkrijk Holland wordt Nederland onderdeel van het Eerste Franse Keizerrijk (onder Napoleon). Nadat Napoleon verslagen is en het Franse leger zich heeft teruggetrokken neemt een Driemanschap bestaande uit Van Hoogendorp, van der Duyn en van Limburg Stirum (hun standbeeld staat op het Plein 1813 in Den Haag) in 1813 het bestuur van de Nederlanden op zich. Zij ontwerpen ook de eerste grondwet voor wat zij noemen het Vorstendom der Nederlanden. Zij nodigen de zoon van de in 1795 gevluchte stadhouder Willem V uit om de Soevereine Vorst der Verenigde Nederlanden te worden. Na het Congres van Wenen, waarbij de Europese staatsrechtelijke grenzen na de Franse tijd internationaal per verdrag werden vastgesteld, ontstond het Koninkrijk der Nederlanden (en dit omvatte ook de Zuidelijke Nederlanden).
In de Grondwet die in 1813 door het Driemanschap was opgesteld was een regeling opgenomen voor het geval dat een wet in formele zin in strijd zou zijn met de Grondwet. Het Driemanschap zou bepalen of de wet in strijd was met de Grondwet en kon eventueel de wet ongrondwettig bepalen. Na het tot stand komen van het Koninkrijk der Nederlanden in 1815 kwam er een nieuwe Grondwet die geen bepaling bevatte over strijdigheid van een wet met de Grondwet. Koning Willem I was, wat men noemt, een “verlicht despoot” en Nederland een absolute monarchie. De Koning moest er niets van hebben dat “liberale rechters” zijn wetten zouden toetsen op strijdigheid met de Grondwet. In 1822 werd in de Wet Algemene Bepalingen een artikel opgenomen dat de rechter volgens de wet recht moet spreken en in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid van een wet mocht beoordelen. Dit was bedoeld om te voorkomen dat de inmiddels opgerichte Hoge Raad zich een constitutioneel toetsingsrecht zou veroorloven.
In 1848, bij het tot stand komen van een nieuwe grondwet (die in feite de basis is voor onze huidige Grondwet) wordt in de Grondwet zelf een bepaling opgenomen waarin toetsing van wetten wordt verboden “de wetten zijn onschendbaar”. Het huidige art. 120 van de Grondwet zegt: “De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.”
Dit is een bijzondere bepaling. Er zijn weinig landen waar de grondwettelijkheid van wetten niet getoetst mag worden. In Engeland is er geen grondwet en kent men niet het beginsel dat één wet belangrijker zou kunnen zijn dan een andere. Geïnspireerd door de Verenigde Staten kennen de meeste landen een vorm van constitutionele toetsing bij een speciaal constitutioneel hof. Een Utrechtse studie laat zien dat alleen Ethiopië een absoluut verbod op constitutionele toetsing kent zoals wij dat in Nederland kennen.
Gerben is van mening dat het verbod op toetsing aan de Grondwet een te grote beperking in de bescherming van de burger is. Hij pleit voor opheffing van het verbod, te meer omdat regeren in Nederland altijd een coalitievorming met zich meebrengt, met een gedetailleerd regeerakkoord waar Tweede Kamer fracties aan gebonden zijn. Daardoor kan het parlement zijn controlerende taak (of een wet in strijd is met de Grondwet) onvoldoende waar maken.
Onze voorzitter bedankt Gerben en ziet een nieuw format ….een “gerbenkje” is ontstaan .
Koos Janson wint de wijn.
Met dank aan Paul Groen is er een interessant bedrijfsbezoek naar het nieuwe crematorium in Lisse. Een intekenlijst is inmiddels digitaal verstuurd.
Programma aankomende weken:
6 oktober Levensbericht van Mimo weekbericht schrijver Annechien
13 oktober bedrijfsbezoek naar Crematorium weekbericht schrijver Pim van der Spruit
20 oktober toekomst van de club weekbericht schrijver Marian Stelder
27 oktober partneravond
Dank aan de samenvatting van Gerben.
Mieke Boxhoorn