20 december
Weekbericht Rotaryclub Hillegom-Lisse d.d. 20 december 2018
Spreker: Edwin Jongbloed
Borrelschenker: Eric Stol, via echtgenote Raya.
Reden borrelschenken: Het zoeken naar bepaalde grondstoffen voor een werk, is mede dankzij de medewerking van Aad Otte succesvol verlopen.
Winnaar fles wijn uit de loterij: Mieke Boxhoorn
Attendance: 23 leden, 56%
Raya, onze voorzitter, opent de bijeenkomst waarbij ze stilstaat bij het feit dat het de laatste clublunch van 2018 zal zijn. Zij heft het glas, waarbij zij iedereen een fijne Kerst en een goed en gezond 2019 toewenst. Op 10 januari zal ons volgende treffen zijn, tijdens het Nieuwjaarsdiner. Het is nog niet duidelijk of de traditionele overbruggingsborrel plaats zal vinden. Ton van Breugel komt hier nog op terug.
De spreker van de middag is Edwin Jongbloed, die gelukkig nog net op tijd arriveert, zodat er geen alternatieve invulling van het programma hoeft plaats te vinden.
Zijn voordracht betreft de ingrijpende veranderingen die er onlangs op zijn werk, accountantsbureau Flynth, hebben plaatsgevonden. Na zijn voordracht ontstaat er een boeiend gesprek over de desbetreffende onderwerpen, hetgeen onderstreept dat de presentatie meerdere leden erg aanspreekt.
Een samenvatting:
De gedwongen verhuizing van het accountantsbureau naar het oude CNB-gebouw was op zich al een grote verandering. Gelukkig hebben de werknemers een verhuizing naar een locatie dichterbij een stad zoals Haarlem of Leiden, kunnen voorkomen. Het argument dat het merendeel van de klanten uit Lisse en omliggende dorpen komt en dan naar alle waarschijnlijkheid naar een lokale concurrent zou overstappen, bleek hierbij doorslaggevend.
Tegelijk met de verhuizing werden ‘van hogerhand’ twee grote veranderingen doorgevoerd.
De eerste betrof het z.g. papierloos werken en de tweede betrof de invoering van flexplekken.
Papierloos werken betekende dat alle papieren dossiers moesten worden ingescand. Dit gebeurde grotendeels buiten de gewone werktijden om, d.w.z. na 17.00 uur en in het weekend. Helaas was van tevoren niet bedacht wat de systematiek zou zijn waarmee de gescande documenten moesten worden gerubriceerd en belangrijker: waarmee ze door iedereen konden worden teruggevonden. Veel extra werk was hiervan het gevolg.
In het nieuw betrokken pand is dus geen papieren archief meer aanwezig en ook het terugbrengen van het aantal printers van vijf naar één, was een gevolg van het papierloos werken.
Maar…… de werknemers, van jong tot ouder, blijken voor zichzelf een sterke voorkeur te hebben om beoordelingen van contracten, jaarrapporten e.d. via een papieren exemplaar te doen. Ook de gemiddelde klant heeft zijn jaarrekeningen e.d. bij voorkeur op papier. Papierloos is voorlopig dus papierarm.
De invoering van flexplekken heeft voor meer onrust en onbehagen gezorgd. In de twee weken dat dit nu operationeel is, zijn de personeelsleden nog zoekende naar een goed evenwicht. De eigen vertrouwde werkplek, die ingericht kon worden met persoonlijke spullen, met een zelf gekozen screensaver of bureaubladachtergrond op de computer, behoort nu tot het verleden.
Het teamgevoel dat er in kleinere groepen kon ontstaan door het bij elkaar in één ruimte werken, is nu moeilijker te bereiken: daarvoor is de groep werknemers te groot.
Bij velen leeft het gevoel teruggebracht te zijn tot een poppetje dat tijdens bepaalde uren rapporten typt, beoordeelt, en adviesgesprekken voert, terwijl er voorheen bij de werknemers het gevoel was op het werk te ‘wonen’. Niet te worden gezien als de persoon die je bent maar meer als een inwisselbare passant (na het oppakken van je bureauspullen herinnert niets meer aan het feit dat jij -als uniek persoon- er was), is voor velen moeilijk te accepteren.
Het is een proces in volle gang. Enerzijds zullen de werknemers er naar toe moeten groeien om zich flexibeler op te stellen wat betreft de werkplek. Anderzijds zullen er zaken moeten komen die meer persoonlijke accenten mogelijk maken bij de werkplek. Het is immers niet voor niets dat men bij enkele grote spelers in het werkveld, is teruggekomen van het werken met flexplekken.
De werknemers van het kantoor in Lisse zijn in gesprek met het landelijk management en er zijn al wat succesjes geboekt. Volgens Edwin is dit dan ook niet het eindpunt, maar een startpunt.
Een pakkende zin uit het relaas van Edwin: “Je kijkt hierbij in de spiegel van je eigen onvermogen.”
Voor dit verslag: Marianne Stelder-Houben