© 2025 Rotary in Nederland.
Alle rechten voorbehouden.

28 november

Verslag avondbijeenkomst 28 november 2013 in het kantoor van de Rabobank te Hillegom

Attendance 50%, 23 leden.

Borrel: Johan Ram, die onze gastheer was en in die kwaliteit ook zorgde voor een uitstekend buffet met dito wijn (of eventueel andere drankjes).

Ton v. Breugel meldt dat Peter Kinkel z’n operatie afgelopen week heel goed doorstaan heeft. Hij doet ons de groeten en wij wensen hem natuurlijk een voorspoedig volledig herstel toe!

------------

De maaltijd mocht niet te lang duren want we werden onder de strakke regie van Johan al snel aan het werk gezet om twee ethische dilemma’s van (uiteraard) wijze besluiten te voorzien.

We werden hiervoor in een viertal groepjes verdeeld die naar achteraf bleek (toeval?) bijna allemaal hetzelfde dilemma onder de loep namen , nl. het eerste.

Johan gaf ons allemaal vooraf nog het dringende advies mee, niet direct in het begin van de discussie al een mening te vormen maar pas aan het eind daarvan. De uitgereikte “papers” gaven dan ook drie fasen aan:

1. De situatie en het dilemma : heb je voldoende feitenkennis? Wat is/zijn de dilemma’s precies?

2. De analyse: welke ruimte om te handelen is er? welke waarden, normen en belangen voor zowel bank als voor betrokkenen zijn in het geding?

3. De besluitvorming: welke rangorde breng je in de waarden en belangen aan? Welke beslissing

neig te nemen en hoe verantwoordt je die dan?

Hierin ook mee te nemen: zijn ev. alternatieven voldoende meegewogen? Zou ik als belangheb-

bende het besluit kunnen accepteren? Zou ik andere klanten ook zo behandelen?

Het eerste dilemma ging , kort gezegd, over de vraag of de bank in het belang van haar spaarders alle gestelde zekerheden voor een door haar gefinancierde bedrijfsinvestering tegen maximale waarde moet benutten, bij aflossing van de financiering na beëindiging van het bedrijf. Een belanghebbende ( kort na de verstrekte financiering uit het bedrijf gestapt) investeerde met een verkregen erfenis in de verbouwing van een woning die mede als zekerheid diende. Door die verbouwing én door een bestemmingswijziging was de waarde van de woning flink gestegen. Belanghebbende tekende bezwaar aan tegen het maximaal benutten van alle gestelde zekerheden, w.o. de woning.

Het tweede dilemma ging er over of je als bank een financiering wil verstrekken aan iemand die zijn vermogen en inkomen ontleende aan een commerciële genderkliniek. Activiteiten die in Nederland verboden werden maar op Cyprus niet. Betrokkene stopte in ons land daarom met zijn kliniek, maar verwees potentiële Nederlandse klanten nu naar Cyprus waar gendertechnieken nog wél mogen. Hij bezat daar niet zelf een kliniek.

De twee casussen waren “uit het leven gegrepen”, hadden zich met andere woorden bij de Rabo in onze streek voorgedaan. Het stond de bank vrij om positief of negatief te beslissen.

Uit de op Johan afgevuurde vragen over feitelijke situaties én uit de gevoerde discussies bleek wel dat de gekozen dilemma’s goed gekozen waren ! Het waren echte ethische kwesties, die binnen de bank in hiervoor ingestelde commissie uitgebreid werden besproken. Welke beslissing nu goed of fout zou zijn viel op voorhand niet zonder meer te zeggen.

De meningen van de groepjes waren verdeeld en binnen een groepje was men niet dezelfde mening toegedaan. Beste moeilijk dus, die dilemma’s.

Wat vond de bank?

T.a.v. het eerste dilemma is er voor gekozen om voor rechtvaardigheid te kiezen. Het zakelijk belang van de bank werd hieraan ondergeschikt gemaakt. Aan het bezwaar van betrokkene werd dus tegemoet gekomen.

In het tweede geval werd financiering geweigerd. De bank wilde geen zaken doen met iemand die z’n vermogen op deze manier vergaarde. Dit zou tegen de ethiek van de bank ingaan. Desgevraagd zei Johan nog dat de beslissing niet ingegeven werd door beduchtheid voor imago- en zakelijke schade.