© 2023 Rotary in Nederland.
Alle rechten voorbehouden.

Annick in Thailand

Bericht van Annick uit Thailand

Sawasdii kha!

Te voldoen aan het verzoek om een stukje over Thailand te schijven viel nog niet mee. Natuurlijk deed ik mijn best een beeld te schetsen dat aardig overeenkomt met de werkelijkheid, maar toch kan ik het iedereen aanraden dit land eens met eigen ogen te bekijken. U zal mijn liefde voor dit land dan beter kunnen begrijpen. Sterker nog, ik verwacht dat u net zo gafascineerd zal zijn als ik!

Ook al was ik nog nooit eerder in Thailand geweest, toch had ik het als mijn eerste keuze opgegeven. Ik had er dan ook hele hoge verwachtingen van. Bij Thailand dacht ik aan een sprookjesland: een prachtig land met bergen en strand, vol lachende mensen, rituelen, ceremonies, tradities, legendes en het Boeddhisme dat je altijd en overal tegenkomt. En ik moet eerlijk toegeven dat de wereldberoemde Thaise keuken ook een factor was die mij hierheen dreef.

Kortom, Thailand deed me denken aan de Efteling. En dat is het! Maar dan nog veel indrukwekkender dan ik me ooit had kunnen voorstellen.

Aan de ene kant heb je de tempels en de lokale markten waar je helemaal van de wereld bent en waar tijd niet lijkt te bestaan. Maar zodra je het Sprookjesbos uitstapt, loop je tegen de bekende souvernirwinkel en poffertjeskraam aan. Zo staat een klassieke tempel naast een recht-toe-recht-aan kantoorgebouw en is er een westers winkelcentrum te zien vanuit een lokale markt.

Thailand is een Boeddhistisch land. Niet alleen bij het zien van tempels en monniken zie je de religie. Die is ook duidelijk aanwezig in de mentaliteit en opvattingen van de mensen.

Monniken kom je overal tegen (je kunt ze ook haast niet missen met hun fel oranje gewaden). Ze lopen overal, of je nou bij een temple bent, op straat of in “the skytrain”. De Thaise monniken hebben geen eigendommen en leven van het eten dat de bevolking aan hen geeft. Elke morgen is er een mogelijkheid eten aan monniken te geven, maar er zijn bepaalde dagen waarop mensen ieder jaar een offer willen brengen. Zo wordt er meestal eten gegeven op de sterfdag van ouders en aan het begin van het nieuwe jaar. Ik heb me laten vertellen dat dit samenhangt met de Boeddhistische gedachte:

“If you want to be rich, you give money.

If you want people to smile, you smile first.”

Het geven van eten wordt gezien als iets goeds doen en dus geloven de mensen dat zij hierdoor ook iets goeds kunnen ontvangen.

Ook geloven Boeddhisten in reincarnatie. Men gelooft dat je in je volgende leven hetgeen wordt dat je in dit leven hebt gedood. Als je een hond doodt, word je in je volgende leven een hond. Maar als je een goed leven hebt geleid ga je naar de hemel en kom je niet terug op Aarde. Door deze gedachte worden de vele straathonden geaccepteerd, zelfs gevoerd, en kijken de Thais heel anders tegen de dood aan dan Nederlanders.

Nadat ik een maand in Thailand had doorgebracht, werd mijn gast-oma ernstig ziek. Zo ziek dat ze het nog geen 3 weken heeft volgehouden. Ik ben verschillende keren naar het ziekenhuis geweest om haar op te zoeken omdat ik wist dat mijn gastgezin dat op prijs zou stellen. Ik zelf had liever niet gezien hoe de arme vrouw daar zwaar lag te ademen en hoe de familieleden naar haar bed renden zodra ze iets kreunde in de hoop dat ze er een woord in herkenden. Het was afwachten. Men kon niet meer doen dan elk half uur het bandje met het geluid van biddende monniken omdraaien.

Toen de dag was gekomen dat ze stierf, begon de ceremonie die zeven dagen duurde. Op de eerste dag werd haar lichaam naar de tempel gebracht en daar op een tafel gelegd: een kussentje onder haar hoofd en een deken over haar lichaam. Een hand kwam onder de deken vandaan en werd op een gouden schaal gelegd. Alle aanwezigen konden een voor een hun laatste eer betonen door water met bloemblaadjes over die ene hand te schenken. Hierna werd ze, in het zicht van de aanwezigen, in de kist getild die werd dichtgetimmerd. Dagelijks keerden we terug naar de tempel om daar te eten, offers te brengen aan monniken en te bidden. Op de zevende dag werd de kist, op een kar, drie maal rond de tempel gereden, want drie is het getal van Boeddha. -Zo worden er drie stokjes wierrook gebrand en moet je drie keer knielen ter verering van Boeddha.- Tenslotte vond de crematie plaats. Tot mijn verbazing huilde niemand: ” Ït’s okay, she’s in heaven now.”

Na deze week was alles nog niet voorbij want vanaf de dag dat een familielid overlijdt moet de familie zich voor 100 dagen zwart en wit kleden. Aangezien ik deel uit maakte van dit gezin deed ook ik hier aan mee.

Ookal was het niet makkelijk te leven bij een gezin dat rouwt, doordat ik het van zo dichtbij heb ervaren was deze tijd toch het meest indrukwekkende van alles dat ik in Thailand heb meegemaakt.

Water wordt niet alleen in crematieceremonies gebruikt, je komt het ook tegen bij bruiloften. De aanwezigen van een bruiloft krijgen een schelp met water dat zij over de handen van het toekomende echtpaar schenken terwijl ze hen persoonlijk iets kunnen toewensen. Een Thaise bruiloft is werkelijk een sprookje! De bruid zit op haar kamer in hun, vaak splinternieuwe, huis te wachten tot de bruidegom haar op komt halen. De bruidegom is buiten maar moet langs vier “golden gates” om het huis binnen te gaan. Een “golden gate” is een gouden ketting waarvan de uiteinden worden vastgehouden door aanwezigen. Toen ik de “deurpost” van zo’n “golden gate” was en de bruidegom mij vroeg of hij er langs mocht, werd mij verteld dat dat niet mag zonder te betalen. Vervolgens kreeg ik een envelop met geld in mijn handen geduwd. “Say that it’s not enough” werd mij toegefluisterd. Nadat mij een tweede envelop werd overhandigd mocht de bruidegom van mij het huis binnen gaan. Een Thaise bruiloft is een dag vol sprookjesachtige momenten en rituelen met de daarachter schuilende verhalen.

Thailand is een land dat samen gehouden wordt door de koning. Koning Bhumibol is 's werelds langst regerende koning en het hele land ligt aan zijn voeten. Twee keer per dag, om acht uur 's morgens en zes uur ‘s avonds, is op elke radio- en t.v. zender het Thaise volkslied te horen. Ook op school, voordat school begint, wordt het volkslied gezongen en de vlag gehesen. Het is dan ook een raadsel waarom ik de text van dit lied nogsteeds niet ken!

Wanneer je naar de film gaat wordt ook aan de koning gedacht. Na de voorstukjes, voordat de hoofdfilm begint, moet je opstaan en een lied zingen ter ere van de koning. Nou kun je je misschien wel voorstellen wat voor ‘n feest het 5 December was, toen deze geliefde koning zijn verjaardag vierde! Koning Bhumibol wordt gezien als held en vader van het Thaise volk. Zijn zoon is echter niet geliefd. Het is dus erg interessant wat er met dit land zal gebeuren als koning Bhumibol aftreedt en zijn zoon aan de macht komt.

Dit zijn allemaal dingen waar je op een doordeweekse dag gewoon tegenaan loopt. De rituelen, ceremonies, en de religieuze invloeden die ik hier zo graag wilde vinden liggen voor het oprapen! Thailand is een geweldig land en ik kijk er nu al tegenop ‘t te verlaten.

Ik ben nogsteeds verliefd op Thailand en heb de afgelopen dagen geprobeerd veel nieuwe outbounds enthousiast te maken om hier eens een kijkje te nemen volgend jaar! Het zou fantastisch zijn als iedereen hier zo'n top-jaar kan hebben als ik!

Lagon,

Annick