Lezing van Hans Borstlap over In wat voor Land wil ik werken?
Op woensdag 22 februari organiseerden wij een gezamenlijk (Amersfoort stad en Amersfoort) georganiseerd bijeenkomst in het IVSW,
Het nawoord werd gehouden in een goed gevulde zaal door Hans Borstlap, voormalig top ambtenaar en lid van de Raad van State en naamgever van de commissie over regulering van werk die in 2020 het rapport: ”In wat voor land wil ik werken”.
Er is veel achterstallig onderhoud nodig rond Arbeids-, Fiscaal- en Sociaalrecht en Onderwijs die de arbeidsmarkt faciliteren. Ze werken echter geisoleerd en zouden juist meer geintegreerd moeten worden.
Wendbaarheid: De wereld is dynamischer geworden en vraagt iets te doen aan de doorgeschoten flexbanen, die her- en bijscholing hinderen. Het ontslagrecht is in Nederland erg massief, en ontneemt energie om zelf iets aan een situatie te doen.
Weerbaarheid: “Je kunt alleen maar wendbaar zijn als je weerbaar bent”. ZZP-ers betalen geen premies tegen arbeidsongeschiktheid. Er zou een volksverzekering (net zoals de bij de AOW) nodig zijn, waardoor uitgevallen ZZP-ers sneller weer aan de slag kunnen. In Nederland groeit een risico op kennis ongelijkheid. Hoog opgeleiden worden meer gesubsidieerd dan laag opgeleiden. Een verplichte bij/herscholing voor laagopgeleiden zou de kloof kunnen dichten, waardoor laag opgeleiden makkelijker inzetbaar blijven
Hans Borstlap verweet het huidige “Toeslagen Circus” aan het Akkoord van Wassenaar van 40 jaar geleden (Loonmatiging voor Arbeidsduurverkorting). Het Akkoord trok Nederland uit een periode van recessie en grote werkloosheid, maar de huidige loonmatiging lijkt uitgewerkt. Er zijn nu allerlei toeslagen nodig om rond te komen. Echter, deze toeslagen creëren tevens een “armoede val”, die potentiele werknemers van de arbeidsmarkt houden . In plaats van loonmatiging bepleit hij juist om de nettolonen te verhogen en de toeslagen dus te verlagen, zodat “werken weer gaat lonen”.
Hij concludeert dat Nederland slordig om gaat met haar mensen. Er staan teveel mensen aan de kant en het besef dat, deze mensen meer kunnen dan je denkt, ontbreekt bij werkgevers en overheid.
“De WW is de aflaat van het onvermogen om deze mensen aan het werk te helpen”.
Met een “leven lang leren” tijdens je loopbaan, zouden werknemers makkelijker overstappen naar ander werk, waardoor er minder langdurige WW nodig.