© 2025 Rotary in Nederland.
Alle rechten voorbehouden.
xx

Als je iedereen voor de gek moet houden...

Het is een van de meest gebruikte ‘leugentjes’ van laaggeletterden om hun probleem met lezen te verdoezelen: ‘Help me even, wat staat daar? Ik heb mijn bril thuis laten liggen.’ Laaggeletterden zijn vindingrijk. Maar wat betekent het nu echt om laaggeletterd te zijn, hoe kunnen leidinggevenden het herkennen en wat kunnen bedrijven doen om ook deze doelgroep zo goed mogelijk te bereiken? Over deze vragen en meer organiseerde Rotary Heerenveen een avond voor oa HR professionals uit bijvoorbeeld zorg en woningbouw.

Wat staat daar? Ik heb mijn bril thuis laten liggen...

Sprekers waren ervaringsdeskundige Roelof, aanjager Laaggeletterdheid in de gemeente Heerenveen Nynke Benedictus en assistent professor en onderzoeker aan de RUG Martijn Keizer.

Om maar met die laatste te beginnen: Zo’n 18 procent van de volwassen Nederlanders is niet taalvaardig genoeg om volwaardig mee te kunnen doen in onze samenleving. Keizer onderzocht in twee onderzoeken of er een relatie bestaat tussen laaggeletterdheid en financieel gedrag. En die relatie is er. Van de 500 deelnemers aan een onderzoek van de RUG in opdracht van het ministerie van SZW bleek dat maar liefst de helft van de mensen die slecht kunnen lezen en schrijven ook (aanzienlijke) schulden hebben. (Te) lang meenden ze de problemen zelf te kunnen oplossen. De schuldenlast van hulpzoekers ligt gemiddeld rond de 40.000 euro en 13 schuldeisers, zorgelijke getallen. Het behoeft geen uitleg dat onder andere de stress die dit oplevert, gevolgen heeft voor het sociale functioneren, ook op de werkplek.

Het vinden van mensen met deze problemen om zo meer inzicht in het proces te krijgen, bleek bijzonder moeilijk, vertelde Keizer het gehoor. ‘Er is hier sprake van een dubbel taboe; schulden én laaggeletterd.’

Om mensen te kunnen helpen, moet de problematiek zichtbaar zijn en dat is ook volgens Nynke Benedictus een groot probleem. De landelijk beschikbare hulp in de vorm van ‘Digitaalhuizen’ (die anders dan de naam doet vermoeden niet alleen over digitale vaardigheden gaat) is ondergebracht op laagdrempelige plekken, zoals bibliotheken. Voor Roelof was de bibliotheek echter een no-go: veel te intimiderend, al die boeken. Om die reden komen er nu steeds meer Digitaalhuizen op werkplekken waar vermoed wordt dat laaggeletterdheid voor zou kunnen komen, bijvoorbeeld in de zorg, schoonmaak en facilitaire branche. Bedrijven kunnen zelf veel doen om de doelgroep tegemoet te komen door bijvoorbeeld hun communicatie te vereenvoudigen: een B1(eenvoudig taalgebruik) checker gebruiken, gebruikmaken van icoontjes in de tekst, kortere zinnen, etc. Een veilig klimaat creëren om deze problematiek te kunnen bespreken, is een andere. Taalambassadeurs als Roelof die hun verhaal vertellen, kunnen die drempel ook verlagen. ‘Je ziet het niet aan de buitenkant, hè? Het helpt als ze weten: er zijn meer zoals ik. En er is iets aan te doen.’

Roelof was al bijna aan zijn pensioen toe toen hij alsnog ‘door de mand’ viel. Veertig jaar in dienst en voorman van een team van 20 man had hij al die tijd zijn ‘handicap’ weten te maskeren. Met een eigen systeem van getallen en kleuren ‘en heel veel onthouden’ kon hij zijn werk prima doen. Maar nu moest er twee keer per dag gerapporteerd worden op een IPad en kon zijn vrouw de benodigde papieren niet meer in de avonduren invullen. Zes jaar geleden leerde hij daarom alsnog lezen en schrijven. Een wereld ging open. ‘Nu zit ik voor de caravan een boek te lezen.’

Voor Rotary Heerenveen is laaggeletterdheid een onderwerp dat aansluit bij een van de doelen van Rotary wereldwijd om een bijdrage te leveren aan alfabetisering. De aanpak van Laaggeletterdheid en leesbevordering in zijn algemeenheid, blijft ook de komende jaren voor ons een belangrijk thema. We blijven zoeken naar manieren om dit onder de aandacht te brengen, wensen en suggesties welkom!