© 2025 Rotary in Nederland.
Alle rechten voorbehouden.

Tansingh Partiman

Op woensdag 26 november 2025 werden wij getrakteerd op een “Beroepspraatje” van ons nieuwste lid Tansingh Partiman. Tansingh startte vanaf het jaar 1972 op de Rijks Universiteit Utrecht als geneeskunde student. Aan de hand van een PowerPointpresentatie met de titel “4 levens- en leerlijnen in mijn leven” neemt hij ons mee in een bijzondere carrière waarin onderwijs en interculturalisatie centraal staan.

Tijdens zijn studieperiode viel het Tansingh op dat de meeste professoren expert zijn in hun vakgebied, maar dat dit niet betekent dat ze hun kennis gemakkelijk overdragen. Ook lesgeven is een vak, Dus ging hij zich oriënteren op didactische vaardigheden, die hij direct daarna in praktijk bracht als student-assistent anatomie. Ook volgde hij een training Communicatie voor medisch studenten en werd zelf rond 1980 docent anatomie en fysiologie voor een opleiding van verpleegkundigen. Tansingh gaf trainingen op het gebied van interculturele communicatie, situationeel management en hulpverlening.

Met name op het gebied van interculturele communicatie ontwikkelde Tansingh zich als expert op dit terrein. Hij werd Coördinator bij een naschoolse opvang voor probleemjeugd tot 12 jaar in Amsterdam en schreef in 1985 de eerste interculturele HRM notitie ooit “Naar een zwart-wit Personeelsbeleid”. Van 1986 – 1989 was hij projectleider Emancipatoire en Transculturele Zorg in het Hoger Gezondheidzorg onderwijs: Onder zijn leiding werden 10 onderwijspakketten ontwikkeld voor Ergotherapie, Fysiotherapie, Logopedie, diëtetiek en verpleegkunde. In dezelfde periode werkte hij onder meer samen met Frank Oomkes, waarmee hij in het kader van hetzelfde project de opleiding Trainers Interculturele Communicatie gaf (met een certificaat van de Universiteit van Wageningen).

Hoe kom je aan nieuw personeel? 20 tips

Tussendoor ging Tansingh ook nog even langs bij de grote systeembanken (en enkele kleinere) die gezien de ontwikkelingen in de samenleving een sterke behoefte hadden aan mensen van kleur. Zo deed hij de werving & Selectie en diverse trainingen in het kader van het 5e Interbancaire Scholingstraject.

De volgende (2e) leerlijn was de Journalistiek. Hij werd wetenschapsjournalist in 1997 bij het Utrechts Universiteitsblad, een broedplaats voor talent. Denk aan namen als

Charles Groenhuijsen (journalist), Jos Colignon (cartoonist), Werry Crone (fotograaf) en Hansje Aussems (journalist/schrijfster). Later schreef hij in 1992 zijn eerste boek “Het Lijden van Arjuna, een inleiding tot de Vedische psychologie”. In het hier en nu vindt men op zijn website de magazines “Uit de Praktijk” met kritische reflecties over psychotherapie, zie https://www.psychotherapiepartiman.nl/publicaties/, inmiddels is het nieuwe boek met als werktitel “Babystapjes in Zelfrealisatie” in wording.

Leerlijn 3 was die van bestuurder-activist. Tansingh werd

actief in de Jongeren Organisatie Sarnami Hai.

Primair richtte deze zich op het voorbereiden van intellectuelen naar Suriname en “toevalligerwijs” ook op antiracisme. Door JOSH werden voor het eerst processen gevoerd tot aan de Hoge Raad en soms gewonnen: Ton Poppes (later o.a. voorzitter van KHN Amsterdam), presentator van muziekprogramma Tros Top 50 werd op non-actief gesteld na de gewonnen rechtszaak tegen zijn vader die eigenaar was van discotheek Cartouche. Naar aanleiding van deze zaak was Tansingh te gast bij Sonja Barend.

De activistische demonstraties bloedden een beetje dood na ontstaan van het LBR in 1983. Maar het thema bleef relevant, getuige het succes van 15 jaar actievoeren door Kick Out Zwarte Piet.

Het is belangrijk om te begrijpen dat racisme institutioneel verankerd is in de Nederlandse samenleving, zoals Alison Fischer (foto rechts), een witte Amerikaanse, betoogt in haar promotie in september 2025. Een grote eer dat haar promotie begint met een citaat uit een lezing die Tansingh over dit thema hield in 1983 (zie hieronder).

Het bestuurlijk werk bleef evenwel in die jaren doorgaan. Vanaf de JOSH heeft hij in allerlei besturen gezeten van een NGO in ontwikkelingshulp in India en Nepal tot de laatste functie als voorzitter van de RvT van het Openbare Onderwijs in Den Helder.

Maar de eerste managementleerschool was in het actiewezen!

Tenslotte leerlijn 4. De studie was er ook nog en natuurlijk niet onbelangrijk. In 1979 besloot Tansingh om de Vrije Studie Geneeskunde te doen; het vakkenpakket moest wel zwaar genoeg zijn, minimaal 2 jaar duren en bij instituties die een goede reputatie hadden.

Het hoofdvak dat hij koos was Neurofysiologie met als bijvakken neuro-endocrinologie en Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Hij volgde de opleiding aan het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. Nu het Nederlands Herseninstituut. Hij kreeg les van Dick Swaab over veroudering en Dementia in de menselijke hersenen op neuronaal niveau; bij Michael Corner en Harry Bour deed hij onderzoek naar slaapmechanismen en met name REM-slaap in de hersenstam van pasgeboren ratten. In die periode was hij mede-auteur van diverse bijzondere wetenschappelijke publicaties op basis van onderzoek waaraan hij bijdragen leverde.

Swaab DF, Fliers E & Partiman TS. The suprachiasmatic nucleus of the human brain in relation to sex, age and senile dementia. Brain Research 1985 342 37–44. (Dit baanbrekende artikel wordt tot op de dag van vandaag geciteerd in de

internationale literatuur.)

Corner M.A., Partiman T, Mirmiram M & Bour HL. Effects of pontine lesions on brainstem polyneural activity during sleep in infant rats. Experimental Neurology 83, 489-493, 1984.

Partiman T. In de schaduw van het recht. In “Congres recht en raciale verhoudingen”, H. Ausems-Habes (red), 131-133,

Gouda-Quint, Arnhem, 1983.

Mirmiram M, Pronker H, Bour H & Partiman T. “Oneiric” behaviour during active sleep induced by bilateral lesions of the pontine tegmentum in juvenile rats. Neuroscience Letters supplement 7, p. 483, 1981

Vervolgens ging hij werken in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Tansingh had geenszins de juiste vooropleiding, maar het hoofd van de Poli voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie, vond het kennelijk een interessant experiment. Hij moest eerst een literatuurtest en testgesprek ondergaan. Dit laatste met zijn opleiders achter een doorkijkspiegel, one-way-screen. Hij werd direct in het diepe gegooid en moest een echt intakegesprek doen met een jonge moeder die met haar dochter was aangemeld voor onderzoek. Meer dan 12 maanden heeft hij er gewerkt: alleen maar intensieve intakes (incl gezinsonderzoek, orthopedagogisch onderzoek, schoolonderzoek, hetero-anamneses etc). Resultaat: zijn eerste echte baan in de GGZ, de zwangerschapsvervanging van Kinderpsychiater….! Maar wat moest hierna volgen? Hij koos uiteindelijk voor de post-academische opleiding psychotherapie en accepteerde een opleidingsbaan bij het RIAGG. Maar toen werd voor hem duidelijk: hulpverlening aan volwassenen? Technisch goed, maar het voelde voor hem toch als falen omdat de (belevings-)wereld van zijn cliënten te ver van zijn eigen levenservaringen afstond: hij vond zichzelf dus NIET geschikt!

Tansingh sloeg een andere weg in. Hij zocht het in de hoek van het management in de zorgsector. In 1985 werd hij Coördinator bij het Boddaert Centrum, Daar publiceerde hij dus de vermoedelijk eerste interculturele personeelsbeleidsnota in Nederland “Zwart-Wit Personeelsbeleid”. Hij moest nog veel leren op terrein van management als vak en wist zijn medewerkers niet voldoende voor zijn visie te enthousiasmeren. Vervolgens was hij tussen 1986-1989 Projectleider Interculturalisering Hoger Gezondheidszorg Onderwijs. (Fysiotherapie, Ergotherapie, Diëtetiek, Logopedie en verpleegkunde). Per vakgebied zijn onderwijspakketten gemaakt en met Frank Oomkes (expert op het terrein van de communicatieleer) heeft hij docenten opgeleid tot Trainer Interculturele Communicatie.

In 1992 startte hij zijn eerste bedrijf genaamd Lingam Training. Daarin deed hij alles wat te maken had met intercultureel beleid, management, zorg etc. Zoals eerder gemeld, werkte hij o.a. mee aan het 5e Interbancaire Scholingstraject. Ook het reguliere werk bleef doorgaan. Onder meer in de jeugdbescherming. En tot de dag van vandaag zijn het dezelfde redenen waarom het daar niet goed gaat: veel te jonge mensen, vaak net van de schoolbanken, met een onvoldoende opleiding (Maatschappelijk Werk en Dienstverlening), te veel ingewikkelde klanten en ook best eigenwijs.

Vanaf 2002 werd P&O de rode draad met naast zijn vaste baan zijn volgende eigen bedrijf op dat terrein Bureau Partiman. Als leidinggevende P&O kwam uiteindelijk veel samen -managen van mensen, mensen van processen, managen van managers, - zakelijke en financiële bewaking en salarisadministratie - interculturele werving en selectie, opleidingsbeleid en trainingen geven. De werkuren stegen door het eigen bedrijf wel van 40 naar 60 uur per week.

Zijn vaste baan verviel in 2012 als gevolg van bezuinigingen waarbij de afdelingen FZ en P&O werden samengevoegd en zijn functie verviel.

Het leidde er onder meer toe dat Partiman uiteindelijk weer terugkeerde naar zijn beroepsmatige roots, de psychotherapie.

Vanuit P&O had hij natuurlijk heel veel gedaan met mensen rond arbeidsconflicten, ziekteverzuim, verkeerde functies etc. En als mens wist hij intussen wat het was om te worstelen met relaties, opvoeding van kinderen, de veelheid van ups en downs die met het alledaagse mensenleven samengaan etc. Hij volgde een herregistratietraject in 2016 en vanaf 2017 was hij weer actief als zelfstandig gevestigd Psychotherapeut met de zwaarste categorie verwijzingen: Specialistische GGZ (versus Basis GGZ).

Hier komen ook weer alle 4 leerlijnen samen: een multicultureel patiëntenbestand, managen van mensen en processen, schrijven en kennis delen (eigen magazine) etc. Met het gevoel nu WEL GESCHIKT te zijn.

En vooralsnog is stoppen, met actief zijn (op vele vlakken, waaronder inmiddels ook de Rotary) geen optie.